Tempel van Hatsjepsoet

Het ontwerp van de tempel begon in het achtste of negende jaar van de regering van de koningin en werd gebouwd van goede kalksteen. De architect Senmut superviseerde het ontwerp van de tempel. Deze ingenieur en zijn koningin waren onder de indruk van het ontwerp van de begrafenisgroep van koning Mentoehotep II en het systeem van terrassen, dus herhaalden ze hetzelfde idee, en Senmut bouwde de tempel op drie oppervlakken, één naast en boven de ander. De binnenplaats de verhoogde weg leidde naar een open poort in een muur die een grote binnenplaats omsloot. Deze binnenplaats vertegenwoordigt een deel van het eerste niveau van de tempel. De beelden - die beginnen bij de Vallei Tempel en de verhoogde weg omringen - gaan door in de eerste binnenplaats van de tempel totdat ze de twee vijvers bereiken die voorafgaan aan de oplopende helling die naar het tweede niveau van de tempel leidt. Elke vijver heeft de vorm van de letter T, en de twee vijvers staan tegenover elkaar. De binnenplaats had een tuin met palmbomen en mirre. Het idee van de tuin was aanwezig in de groep van Mentoehotep II. De binnenplaats eindigt aan de westkant met twee rijen zuilen aan beide zijden van de helling, die het einde van het eerste niveau van de tempel voorstellen. Elke rij bestaat uit 22 zuilen aan beide zijden: 11 zuilen aan elke kant. Deze zuilen zijn versierd met de koninklijke titels en namen van de koningin, en de noordelijke rij wordt begrensd door een standbeeld van de koningin die in het Osirisische drankje staat, aan het noordelijke uiteinde. Het werd gerestaureerd en het standbeeld werd opgeknapt aan de zuidelijke rij, richting het zuidelijke uiteinde.

De tempel ter nagedachtenis aan koningin Hatsjepsoet ligt ten noorden van het begrafeniscomplex van koning Mentuhotepnebhebetre, ten westen van de stad Thebe of Luxor, in een gebied genaamd Deir el-Bahari. Dit gebied kreeg deze naam, wat een moderne Arabische naam is die aan dit gebied werd gegeven in de zevende eeuw na Christus nadat de Kopten de tempel van koningin Hatsjepsoet als klooster gebruikten. Voor hen ligt deze tempel in het noorden van de regio, en het noorden staat bekend als Bahri, dus werd het Deir el-Bahari genoemd, verwijzend naar het noordelijke klooster. Opgravingen in die groep begonnen door Naville aan het begin van de twintigste eeuw. De missie van het Metropolitan Museum onder leiding van Wenlock werkte aan de collectie in de jaren 1911-1931. Vallei Tempel: Deze werd gebouwd nabij de gecultiveerde vallei, volledig gesloopt. Er werden afzettingen van meubilair, albasten gebruiksvoorwerpen, gegraveerde stenen blokken en gegraveerde mallen van modderstenen gevonden. Deze antiquiteiten worden bewaard in het Metropolitan Museum, het Egyptisch Museum en het British Museum. Puntlandreis: Ik geloof dat de reis van koningin Hatsjepsoet naar het land Punt wordt beschouwd als een van de belangrijkste gebeurtenissen die plaatsvonden tijdens de heerschappij van de koningin over Egypte. Het was een commerciële reis die plaatsvond in het achtste jaar van haar regering, en we leerden uit de geschriften die de koningin op de muren van haar tempel in Deir el-Bahri vermeldde. Ze vermeldde aan het begin van deze geschriften dat de god Amon degene was die haar inspireerde om de reis te ondernemen en haar beval om naar het land Punt te gaan om de wierook, kleurstoffen en parfums te brengen die nodig waren om de goddelijke rituelen uit te voeren. De verhoogde weg: strekte zich uit van de valleitempel en bereikte de binnenplaats van de tempelrituelen. Deze weg was open en niet overdekt. Aan beide kanten ervan, op gelijke afstanden, stonden beelden van de koningin in de vorm van een sfinx. Deze weg omvatte een rustplaats voor de boot van Amun. Een astraca met uitzicht op dat rusthuis werd gevonden in Deir el-Bahri, die bewaard wordt in het British Museum.

Het ontwerp van de tempel begon in het achtste of negende jaar van de regering van de koningin en werd gebouwd van goede kalksteen. De architect Senmut superviseerde het ontwerp van de tempel. Deze ingenieur en zijn koningin waren onder de indruk van het ontwerp van de begrafenisgroep van koning Mentoehotep II en het systeem van terrassen, dus herhaalden ze hetzelfde idee, en Senmut bouwde de tempel op drie oppervlakken, één naast en boven de ander. De binnenplaats de verhoogde weg leidde naar een open poort in een muur die een grote binnenplaats omsloot. Deze binnenplaats vertegenwoordigt een deel van het eerste niveau van de tempel. De beelden - die beginnen bij de Vallei Tempel en de verhoogde weg omringen - gaan door in de eerste binnenplaats van de tempel totdat ze de twee vijvers bereiken die voorafgaan aan de oplopende helling die naar het tweede niveau van de tempel leidt. Elke vijver heeft de vorm van de letter T, en de twee vijvers staan tegenover elkaar. De binnenplaats had een tuin met palmbomen en mirre. Het idee van de tuin was aanwezig in de groep van Mentoehotep II. De binnenplaats eindigt aan de westkant met twee rijen zuilen aan beide zijden van de helling, die het einde van het eerste niveau van de tempel voorstellen. Elke rij bestaat uit 22 zuilen aan beide zijden: 11 zuilen aan elke kant. Deze zuilen zijn versierd met de koninklijke titels en namen van de koningin, en de noordelijke rij wordt begrensd door een standbeeld van de koningin die in het Osirisische drankje staat, aan het noordelijke uiteinde. Het werd gerestaureerd en het standbeeld werd opgeknapt aan de zuidelijke rij, richting het zuidelijke uiteinde.

Het tweede niveau van de tempel,De bezoeker bereikt het via een helling waarlangs de bezoeker vanaf het eerste niveau omhoog klimt. Deze helling omvatte een trap in het midden. Aan beide zijden van deze helling bevindt zich een balustrade. Het zuidelijke begin, dat naar de tweede binnenplaats leidt, is versierd met de verschijning van een hurkende leeuw. De aanwezigheid ervan drukt de bescherming van dit niveau van de tempel uit, de bescherming van de koningin, wiens titels ervoor waren geschreven.De tweede helling omvat een binnenplaats met een modderstenen tempel voor Amenhotep I en koningin Nefertari. Vernietig het door sennmout wanneer de tempel van de koningin wordt gebouwd.Het omvat het westelijke deel van de noordelijke muur van de binnenplaats van de tweede helling. Een rij kolommen bestaande uit 15 kolommen in één rij. Deze rij omvat vier compartimenten.De binnenplaats eindigt vanuit het westen met twee rijen kolommen aan weerszijden van de helling, die het einde van de tweede verdieping vertegenwoordigen.

De Hathor-schrijn, er is een zuidelijke luifel op het tweede niveau, en het bestaat uit een gebouwd deel en het andere deel uitgehouwen in de rots. De scènes van deze structuur vertegenwoordigen de relatie van Hatsjepsoet en Toetmosis III met de goden, geleid door Hathor, en er zijn uitzichten van Senmoet die aanbidt.

Mihrab van Anubis, Er is een mihrab ten noorden van het noordelijke baldakijn op het tweede niveau. Het bestaat uit een rechthoekige hal met 12 kolommen. Het plafond is versierd met blauwe en gele sterren en bevat twee nissen die tegenover elkaar staan. De muren van de mihrab waren versierd met scènes van Hatsjepsoet en Toetmosis III en hun relaties met de goden, geleid door Anubis.

Het derde niveau, De bezoeker bereikt het via een helling die de bezoeker vanaf het tweede niveau beklimt. Het omvat een helling en in het midden van deze helling is een trap. Er is ook een leuning aan beide zijden van de helling. Het begin van deze leuning is versierd met een sculptuur van een cobra met een valk erop, die zijn vleugels eromheen spreidt. Het derde niveau bevat twee rijen kolommen, elke rij bestaat uit 22 kolommen aan beide zijden: 11 kolommen aan elke kant. Een standbeeld van koningin Hatsjepsoet, staand in de Osirische vorm, is op de voorkant van elke kolom geïnstalleerd. Herdenkingspoort, Er is een poort in het midden van de westelijke muur van de zuilengalerij. De poort was gegraveerd met de namen en koninklijke titels van koningin Hatsjepsoet, maar het werd meegenomen door Thoetmosis III, dus de titels en namen van de twee koningen verschijnen er soms in. Er zijn vrouwelijke epitheta, maar de mannen van Thoetmosis III hebben er niet voor gezorgd om ze te vernietigen. Binnenplaats van de Zuilen, De voormalige poort leidt naar een open binnenplaats met zuilen, waarvan de meeste zijn afgebroken. Er zijn 18 nissen die vroeger beelden van de koningin bevatten. Rituelen en rituelen van Hatsjepsoet en Toetmosis I. Ten zuiden van de binnenplaats staan zuilen met de rituelen en rituelen van Hatsjepsoet en Toetmosis I.

Het heiligdom van Ra-Hor-Akhty, is gelegen ten noorden van de hypostyle hof. Het is een altaar voor opgeklommen via een trap aangewezen door Hatshepsut voor de offers van Ra-Hor-Akhty. Het is gegraveerd met de tekst van toewijding en inwijding.Het heiligdom van Ra-Hor-Akhty is gelegen ten noorden van de hypostyle hof. Het is een altaar voor opgeklommen via een trap aangewezen door Hatshepsut voor de offers van Ra-Hor-Akhty. Het is gegraveerd met de tekst van toewijding en inwijding.

Een tweede hut voor Anubis, Het midden van de noordelijke muur van de voormalige altaarhal omvat een ingang die leidt naar een rechthoekige hal die zich uitstrekt van zuid naar noord en omvat in de westelijke muur een ingang die leidt naar een andere hal. Het gebouw vertegenwoordigt een tweede hut voor Anubis. Het heiligdom van Amon, Er is een gebouw ten noorden van de hypostyle binnenplaats, dat leidt naar een rechthoekige hal die zich uitstrekt van zuid naar noord, en de kamer van Amon vertegenwoordigt.

Het Heilige der Heiligen, Er is een ingang in het midden van de westelijke muur van de hypostyle binnenplaats die leidt naar een rechthoekige hal die in de rotsen is uitgehouwen en die vier nissen in de noordelijke en zuidelijke muren omvat. De hal omvat een ingang in de westelijke muur die leidt naar een kleine hal met twee tegenover elkaar gelegen nissen, één in het noorden en andere in het zuiden. Het werd voltooid in het Ptolemaïsche tijdperk. Er werd een schuur toegevoegd die werd ondersteund door vier zuilen en een hal ten westen van het Heilige der Heiligen. De hallen van het Heilige der Heiligen waren versierd met scènes van Thoetmosis II en III, Hatsjepsoet en hun relaties met de goden.